We hebben het druk, druk, druk. Het leven heeft zo’n vaart gekregen dat het niet meer bij te houden is. Grootouders kunnen beter lezen, schrijven en uit het hoofd rekenen dan hun kleinkinderen,
maar die liggen op hun beurt de “oudjes” weer vele straatlengten voor als ze achter de computer gaan zitten en wat kunstjes voordoen.
De tieners vliegen over de digitale snelweg als een volleerde straaljagerpiloot door het luchtruim, terwijl opa blij is dat hij ondanks een beperkende aantekening toch nog zijn rijbewijs voor enkele jaren verlengd heeft kunnen krijgen om nog wat kilometers over het asfalt te suizen. Maar het is een verloren race. Hij houdt het niet meer bij. De uitzonderingen daargelaten. Als afgeschreven windhonden komen we moegestreden achteraan hobbelen. Zelfs de taal van deze tijd wordt onverstaanbaar voor ons. De kloof tussen de generaties wordt steeds groter.
SUPERMODERN
Met bewondering heb ik zitten kijken naar het demonstreren van een nieuwe ontwikkeling waarbij ontwerpers letterlijk in hun eigen ontwerp stappen, of in dat van anderen, en daarin rondgaan om het te perfectioneren. Zelf heb ik 21 jaar als werktuigbouwkundig constructeur in de chemische techniek gewerkt. Ik vond toen dat ik supermodern materiaal tot mijn beschikking had bij het ontwerpen van nieuwe fabrieken terwijl de modelbouwer het resultaat van mijn berekeningen en tekeningen driedimensionaal zichtbaar maakte. Vergeleken met wat ik nu heb gezien was dat zo’n beetje het stenen tijdperk. Daar stond ik dan met mijn mooie tekenbord en stiftenhouder met vlakgom.
Het kost nu nog een stevige duit, maar ingenieurs en architecten kunnen nu een gebouw of een machine van binnen en van buiten bekijken en op deugdelijkheid beoordelen terwijl het nog hun geesteskind is. Dus terwijl het nog niet geproduceerd is. Voor de technici van het kaliber waaronder ik me moet rekenen was dat dertig jaar geleden in ieder geval ondenkbaar. De elektronica en alles wat daarnaast en daarna ontwikkeld werd, heeft ongelooflijke mogelijkheden geopend. En wie weet wat er nog komt. Of wat er al is, maar wat nog even om allerlei redenen verborgen wordt gehouden. We beleven als het ware een explosie van nieuwe ontwikkelingen. Zo is zelfs het klonen van mensen mogelijk geworden. Kennelijk zo onverwacht dat de wetgeving weer achteraan komt en het bezig is uit de hand te lopen. Zoals elke ontdekking van een nieuwe mogelijkheid die neiging heeft. Via internet kwamen al aanbiedingen van de een of andere sekte die beweerde dat te kunnen en willen verzorgen.
Het gaat allemaal zo duizelingwekkend snel. Van de ene verbazing zijn we nog niet bekomen of het volgende wonder van menselijk kunnen doet ons de mond weer openzakken. Ik denk dat het een psychologische truc van de duivel is. De mens geen tijd laten om de consequenties van het een en ander goed te doordenken. Dat lukt uitstekend door de snelheid op te voeren. Een soort hypnosetechniek, gelijk de beat van de drummer op de house-party . Niet meer denken, maar ondergaan. Niet meer verzetten, maar je mee laten voeren in het besef dat je het toch niet kunt tegenhouden. Het woord ethiek staat nog wel in van Dale, maar zo langzamerhand moeten we het daarin gaan opzoeken om te zien wat het betekent!
Het is verbazingwekkend wat de mens allemaal presteert. Met grote eerbied en stijgend ontzag kijken we naar ingewikkelde operaties in ziekenhuizen waar de mens als een opengesneden bokking op de operatietafel ligt en van ernstige aandoeningen wordt verlost, terwijl het leven zolang in bewaring is gegeven aan de hart/longmachine. De techniek staat voor niets en God schijnt totaal overbodig geworden. Hoogstens nog aan het graf, als het ondanks alles toch fout is gegaan. Dat komt uiteraard niet op de televisie.
Maar we gaan zo wennen aan de wonderen die de mens verricht, dat we ook geen genoegen meer nemen met zijn falen. Artsen worden steeds meer aansprakelijk gesteld als er iets mis gaat. Want er mág niets mis gaan. Net als mensen die domme fouten hebben gemaakt bij een vliegtuigongeluk. Dat zijn dáders! En dat kan natuurlijk, want het zijn zondaars. En zondaars zijn mensen die vroeg of laat altijd falen. Maar er zijn niet zoveel meer die dat geloven.
Moeizaam, met veel geharrewar , met te weinig geld en met veel gekrakeel, wordt Europa gekneed tot één! Maar al gaat het wat ongelukkig, het gaat plotseling in snel tempo. We kunnen niet meer wachten. Waarom niet? Het antwoord zou ons kabinet misschien in lachen doen uitbarsten! Niet omdat Wim Kok zijn droom moet realiseren. Maar Gód heeft haast! Hij, Wiens naam in heel het Europese denken niet voorkomt, zorgt dat het ineens voor elkaar komt! Want: “Het hart van de koning is in de hand des Heren als waterbeken, Hij leidt het overal heen, waar het Hem behaagt” (Spreuken 21:1). Laten we dat in gedachten houden als we de hele club op de groepsfoto’s zien. Zij dragen dan geen kronen, maar het geldt heus ook voor hen!
GROTE SABBAT
“Kijk”,zei de rabbi, “we bevinden ons hier.” Hij wees niet op een landkaart, maar hij hield zijn vinger aan het einde van een rode lijn die op een tijdkaart was getekend. Hij vertelde dat volgens de Joden de tijd ten einde is. De wereld bestaat nu zesduizend jaar, zei hij. Nu komt de grote sabbat. Wij wachten op de Messias. Hij komt nu. Het kan elk ogenblik gebeuren.
Die rabbi toch! De wereld lacht. Velen in de kerk lachen mee. Maar ik hoor en lees dat de diaspora ten einde loopt. De Joden keren terug. Zij worden, voor de wereld onhoorbaar, teruggefloten door de Here! (Zacharia 10:8) Alles komt tot een volheid. En het gaat plotseling zo snel!