Wat ik onder andere zo mooi vind in de Bijbel, zijn de vele geslachtsregisters. Niet dat ze mijn voorkeur hebben om ze aan tafel hardop te lezen, want het is niet altijd even makkelijk om je er iets bij voor te stellen.
Soms kom je namen tegen van personen waarvan verder helemaal niets wordt vermeld. Maar die wonderlijke en vaak moeilijke geslachtsregisters zijn als het ware waarmerken van echtheid. De Bijbelschrijvers waren te serieus dan dat zij willekeurige namenlijsten voor bladvulling gebruikt zouden hebben
Zowel in het Oude- als in het Nieuwe Testament kunt u geslachtsregisters vinden. Wetenschappers stellen zij soms voor moeilijke vragen, zoals ik heb begrepen. Maar zulke problemen zouden zij ook kunnen hebben bij het napluizen van de stamboom van Piet Bakker uit de Kinkerstraat in Amsterdam. Niet dat ik die ken, maar ik bedoel te zeggen dat ik wel eens mensen heb ontmoet die bij het uitzoeken van hun voorgeslacht ook zijn vastgelopen, omdat plotseling verdere gegevens ontbraken. Dan kwamen zij er soms niet uit. Dat was wel een teleurstelling, maar ze bleven toch gewoon bestaan. In feite zijn zulke mensen zelf ook een bewijs van de echtheid van een lange geschiedenis die aan hen is voorafgegaan.
In sprookjes vind je ze niet, die geslachtsregisters. Ik ben ze tenminste nooit tegengekomen en ik heb heel wat sprookjes gelezen. Ze waren wel niet geschikt voor mijn leeftijd, maar ik las de complete 1001 nacht toen ik nog een kind was. En Andersen en Grimm en vele sagen, mythen en legenden. Zover ik me kan herinneren werd er nooit serieus verwezen naar een stamboom van de een of ander. Ik heb ze eerlijk gezegd ook nooit gemist. Zij zouden geen enkele relatie met de werkelijkheid hebben gehad. Een sprookje moet een sprookje blijven.
Geslachtsregisters behoren bij geschiedschrijving. De Bijbel is voor het grootste deel geschiedenis. Een beschrijving van gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden en die nog plaats zullen vinden. Het belangrijkste in dat alles is het handelen van God. De Bijbel presenteert zich op vele plaatsen nadrukkelijk als een geschiedenisboek. Ik zal enkele plaatsen noemen.
Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Gen. 2:4.
Dit is de geschiedenis van Noach. Gen 6:9.
Dit is de geschiedenis van Isaäk. Gen 25:19.
Dit is de geschiedenis van Jacob. Gen 37:2.
Dat lezen we al in het eerste boek van de Bijbel. En het laatste boek begint zo: Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden…
Namen van personen worden genoemd, aardrijkskundige gegevens, jaartallen en tijdperken worden aangegeven en telkens weer lezen we: ‘het geschiedde’. Dat betekent dat het niet alleen wáár is, in de betekenis dat er de een of andere geestelijke les uit getrokken kan worden, maar ook echt gebeurd. Lucas begint het Evangelie ook met de verzekering dat hij alles van meet aan nauwkeurig heeft onderzocht. Zijn tijdgenoten konden het controleren. Het was geschiedenis die hij beschreef, waarvan zij de gevolgen konden waarnemen.
De Bijbel is in zeker opzicht een boek van het harde, rauwe leven. Het onthult ingetogen, maar tegelijk openhartig en onverbloemd, daden van incest, overspel, diefstal en moord zonder onderscheid des persoons. Koningen en helden worden niet ontzien. Het is het Boek van de waarheid. De waarheid over God en de waarheid over de mens. Het is één en al realiteit. Het is het enige geschiedenisboek dat de oorzaak van de rampzalige staat waarin de mensheid verkeert een naam geeft. De Bijbel drukt ons met de neus op het harde feit van de zonde en de verschrikkelijke gevolgen daarvan. Het geslachtsregister gaat voor ons allemaal terug tot op Adam!
Het sprookje daarentegen is een vlucht uit de werkelijkheid. Op vluchtige, zilveren wolkjes, kan het ons wegvoeren uit de armoede van het koude leven naar een kleurige zeepbellenwereld, waar even alle ellende kan worden vergeten, maar waaruit men niets kan meenemen dan de weemoedige herinnering en het verlangen om er zo snel mogelijk weer in terug te keren. Veel sprookjes werden geschreven door bedroefde mensen. We willen zo graag horen dat zij nog lang en gelukkig leefden. Maar het is niet meer dan een droom.
De Bijbel prikt de zeepbellen door en blaast de zilveren wolkjes weg en zet ons met beide benen op de grond. Wat er dan tevoorschijn komt, is niet zo’n fraai beeld van de mens. We worden echter opgeroepen om die toestand onder ogen te zien en daarvoor niet weg te vluchten, want de confrontatie met onze verloren staat gaat gepaard met de verkondiging van genade langs de enige Weg die de HERE ons daarvoor bereid heeft: Jezus Christus, de hoop der heerlijkheid!
Hoewel ik van sprookjes heb genoten, hebben zij me nooit datgene kunnen geven waar mijn hart naar verlangde. Zij bleven altijd in dit leven steken, dat zoveel vragen oproept die met sprookjes niet zijn op te lossen. Tenslotte is het sprookje uit en de droom voorbij. Dan is de trip over en schrijnt weer het besef dat blijvend geluk niet van deze wereld is.
Ik geloof dat de Bijbel ons de geschiedenis beschrijft op de meest wezenlijke manier en ik ben ervan overtuigd dat het van levensbelang is om dat heel letterlijk te nemen. De Bijbel spreekt namelijk over een opstanding van alle doden en een eeuwig oordeel. Dat het alle mensen beschikt is om eenmaal te sterven (Hebreeën 9 :27) is een realiteit die we dagelijks waarnemen. Het is daarom veiliger om er vanuit te gaan dat het eeuwig oordeel ook letterlijk bedoeld is, evenals de mogelijkheid om daaraan te ontkomen door het offer van de Here Jezus Christus. Nu kan dat nog!