U heeft vast wel eens wat muntgeld geteld. Als er 100 munten waren, was dat al een aardig aantal, laat staan, als het er eens 1000 waren, of nog meer: 10.000, 100.000, 1.000.000. Van zo veel geldstukken kun je je nauwelijks een voorstelling maken en als het dan ook nog eens tientallen miljoenen zouden zijn, kwam je hele huiskamer onder een zeer dik metalen tapijt te liggen, denken we zo.
We gaan nu nog een klein stapje verder naar 130.000.000 stuks. Wij hebben geen idee van de omvang van zo’n berg, maar hij zal wel knap hoog zijn.
Dit grote getal noemen wij niet zo maar. We dachten namelijk aan het menselijk oog. Daarin kun je niet zo’n massa munten kwijt, maar er zitten wel honderddertigmiljoen zenuwcellen in! En dat zijn dan geen dode stukken metaal, maar levende onderdeeltjes van ons zenuwstelsel. leder van die cellen (ze heten “Neuronen”) vangt een eigen klein stukje van het beeld op van datgene, waar u naar kijkt. De cel maakt in een fractie van een seconde van dat stukje beeld een aantal elektrische stroomstoten, impulsen genaamd, en stuurt die door naar twee andere soorten zenuwcellen in het netvlies en daarvandaan begint de reis van dat stukje beeld naar de hersenen.
Genoemde zenuwcellen hebben uitlopers, die onder andere neurieten worden genoemd. Deze neurieten, ongeveer 1.000.000 stuks, zijn samengevoegd tot een dikke bundel, die we als oogzenuw kennen en die oogzenuw is dan de weg, waarlangs de reis richting hersenen plaatsvindt.
LINKS, RECHTS EN GAATJES
Aangezien wij twee ogen hebben, zijn er dus ook twee oogzenuwen en die ontmoeten elkaar zo’n 4 centimeter achter de ogen op een kruispunt, dat chiasma wordt genoemd. Vanaf dit punt loopt de rechterhelft van de linker oogzenuw naar de rechter hersenhelft en de linkerhelft van de rechter oogzenuw naar de linker hersenhelft, beide ongeveer 2 centimeter voorbij het chiasma. Dat houdt dus in, dat rechts in de hersenen de linkerhelft van het beeld wordt verwerkt en links de rechterhelft van datzelfde beeld.
We herinneren u er even aan, dat die oogzenuw bestaat uit neurieten (=zenuwuitlopers). Met deze uitlopers zijn we nu dus in de hersenen aangekomen en daar blijkt die hele massa uitlopers ieder voor zich een eigen ingangetje in de hersenen te hebben; een eigen gaatje dus, waardoor ze naar binnen kruipen. Ze bevinden zich nu in het zogenaamde primaire gezichtscentrum, waarna ze uiteindelijk uitkomen in de schors van de grote hersenen.
We zouden zeggen, leest u al het bovenstaande nog eens over. U staat dan vast versteld over dit grote oogwonder, waarvan we eigenlijk toch maar een klein deeltje hebben beschreven. De zenuwcellen ieder apart zijn al technische hoogstandjes. Daarom willen we daarover ook nog even iets schrijven.
DE BUURMAN WAARSCHUWEN
Zoals u boven al hebt gelezen, hebben zenuwcellen uitlopers: de neurieten. Er zijn echter nog andere uitlopers ook, die, al naar gelang hun functie, verschillende namen hebben. Voor de goede orde noemen wij ze even: axonen, filamenten (vertakkingen van de axonen) en dendrieten. Ergens raken deze uitlopers de naastliggende zenuwcellen en dat aanrakingspunt heet synaps. Door de aanraking van de ene zenuwcel met de volgende, komen er in die tweede cel twee verschillende chemische stoffen vrij, waarbij u even dient te weten, dat iedere zenuwcel tussen de 50 en 100 uitlopers (axonen) kan hebben. Na die aanraking doet nu die tweede cel precies hetzelfde als de eerste en stoot dus met zijn uitlopers buurman no.3 aan, die van schrik ook die twee chemische stoffen in werking stelt en op zijn beurt buurman no.4 waarschuwt. Enz. enz. enz. en dat miljoenen keren. Dit alles gebeurt dan in een nauwelijks meetbare fractie van een seconde, vanaf het netvlies van het oog tot in de hersenen.
ZO MAAR VANZELF?
Eerlijk gezegd, we staan versteld van zo’n ongelooflijk wonder. Desondanks nemen de evolutiegelovigen aan, dat dit alles zomaar vanzelf in de loop van een onvoorstelbaar groot aantal jaren is ontstaan. Kunt u zich voorstellen dat er andere mensen zijn, die zeggen: “Dat maak je mij niet wijs. Het moet allemaal uitgedacht en geschapen zijn door een onvoorstelbaar machtig brein.” Een Schepper dus.
Misschien wilt u daar ook eens over nadenken?