Jakobus, de broer van Jezus: eerst sceptisch maar later een vurig volgeling

0
71

In de stoffige straten van Nazareth groeide een jongen op die weinig aandacht kreeg in de vroege hoofdstukken van de Bijbel: Jakobus, de broer van Jezus. Terwijl Jezus al op jonge leeftijd opviel door zijn wijsheid en bijzondere roeping, leefde Jakobus een eenvoudiger bestaan. Hij werkte met zijn handen, zoals zijn vader Jozef, en hield zich aan de tradities van zijn volk.

Jakobus was aanvankelijk sceptisch over zijn broer. De Evangeliën vermelden zelfs dat de broers van Jezus niet in hem geloofden tijdens zijn bediening. Voor Jakobus was Jezus niet de Messias, maar gewoon zijn oudere broer — iemand met wie hij de werkplaats deelde, maaltijden at, en misschien zelfs ruzies had zoals in elk ander gezin.

Maar alles veranderde na de dood en opstanding van Jezus. Volgens Paulus verscheen Jezus na zijn opstanding persoonlijk aan Jakobus (1 Korintiërs 15:7). Die ontmoeting moet als een bliksem zijn ingeslagen. Opeens zag Jakobus zijn broer niet langer als alleen bloedverwant, maar als de opgestane Heer. Van scepticus werd hij een toegewijde volgeling, en uiteindelijk een van de belangrijkste leiders van de vroege kerk in Jeruzalem.

Jakobus stond bekend om zijn wijsheid, rechtvaardigheid en gebedsleven. De bijnaam “Jakobus de Rechtvaardige” weerspiegelde zijn onkreukbaar karakter. Men zei dat hij zoveel knielde in gebed dat zijn knieën eeltig werden als die van een kameel. Hij leidde de gemeente in Jeruzalem met voorzichtigheid en nederigheid, en wist een brug te slaan tussen joodse traditie en het nieuwe geloof in Christus.

Tijdens het apostelconcilie in Handelingen 15 speelde Jakobus een sleutelrol. Toen er verdeeldheid ontstond over de vraag of niet-joodse bekeerlingen zich aan de Joodse wet moesten houden, sprak Jakobus de wijze woorden die leidden tot een compromis: de heidenen hoefden zich niet volledig aan de wet van Mozes te onderwerpen, maar moesten zich onthouden van enkele belangrijke zaken. Zijn oordeel bracht vrede in de jonge kerk.

Jakobus schreef ook een brief die in het Nieuwe Testament is opgenomen: de Brief van Jakobus. Deze brief is scherp, praktisch en doordrongen van een oproep tot daden. “Geloof zonder werken is dood,” schreef hij. Hij benadrukte rechtvaardigheid, zorg voor de armen, en het temmen van de tong — een boodschap die vandaag de dag nog steeds krachtig klinkt.

Rond het jaar 62 na Christus werd Jakobus door de Joodse leiders ter dood gebracht. Volgens overlevering werd hij van de tempelmuren gegooid en uiteindelijk met stenen doodgeworpen omdat hij bleef getuigen van Jezus als de Messias. Hij stierf zoals hij had geleefd: standvastig, nederig en trouw aan zijn geloof.

Zo leeft Jakobus voort als een stille, krachtige getuige. Niet als iemand die op de voorgrond trad, maar als een pijler van de kerk — een man die zijn eigen broer eerst niet geloofde, maar uiteindelijk zijn leven gaf voor diens naam.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in