We waren bij ons thuis met zijn zessen, behalve een zus had ik nog twee broertjes. Ik was de oudste van het stel. Aan het geloof deden we thuis eigenlijk niets.
Op zondagmorgen bezochten we vaak opa en oma (waar dan de hele familie bijeenkwam) of we gingen naar de speeltuin.
Toen ik wat ouder werd vond mijn moeder het een goede zaak dat ik de zondagschool ging bezoeken, en daar ging ik dan ook regelmatig heen. Je kon daar heel mooi knippen en plakken en er werden mooie verhalen voorgelezen. De verhalen die me zijn bijgebleven zijn die van Absalom die met zijn vlechten in de boom bleef hangen en David & Goliath. En natuurlijk het kindje Jezus. Helaas ging mijn kennis toen niet verder dan het kindje Jezus.
Als familie gingen we eens per jaar met kerst naar de kerk, het mooiste was dan wel het zakje met lekkernijen (met een lekkere mars erin) en het boekje dat we kregen. Ik herinner me ook nog wel de dominee die met zijn grote handen naar de hemel wees. En na afloop van de dienst natuurlijk krentebrood.
Bij het verlaten van de zondagsschool kregen we een bijbel. Het gekke was dat ik op een bepaalde manier toch wel onder de indruk was van dat boek. Hij lag bij mijn bed en voor het slapen gaan las ik er weleens in (ik kan me kronieken en spreuken nog herinneren). Ik dacht toen: wat zou het toch mooi zijn als zo’n boek echt leiding aan je leven kon geven. Ik weet niet waarom ik dat toen dacht. Helaas begreep ik niet veel van de tekstgedeeltes, dus ik stopte er alweer gauw mee.
CHRISTELIJKE SCHOOL
Bij ons in de straat was een christelijke MAVO, het was een kleine school en niet ver weg. ‘s Morgens werd er altijd geopend met gebed, we zaten elkaar dan vaak een beetje gniffelend aan te kijken. Op school krijg je natuurlijk ook regelmatig repetities en overhoringen, op het papier moest je behalve je naam ook iets invullen in het hokje godsdienst. Ik vulde dan altijd braaf protestants in, omdat ik dacht dat dat betekende dat je niets geloofde. Later maakte mijn moeder me duidelijk dat dat niet klopte en dat ik gewoon ‘geen’ moest invullen.
Ook kregen we daar godsdienstlessen. Het enigste dat me van die lessen is bijgebleven zijn de groffe en gore moppen die door de godsdienstleraar vertelt werden. Nu vind ik het bijna onvoorstelbaar dat iemand die ons over het geloof moest vertellen niet verder kwam dan zulke banaliteiten, toen vond ik het wel leuk. Verder heb ik wat geloof betreft geen enkele herinnering aan die schoolperiode. Ik was ook gewoon zat van het leren, ik wou niet verder. Het was tijd voor wat anders …
Hoi ik ben hannah je onverwachte kadootje