Het was een gewone ochtend in Jeruzalem. De zon scheen, de vogels floten en de stad was vol mensen. Er waren reizigers uit allerlei landen gekomen voor het grote Joodse feest: het Wekenfeest, of zoals de mensen het ook noemden, het Pinksterfeest.
In een bovenkamer, een beetje verscholen in een straatje van de stad, zaten de vrienden van Jezus bij elkaar. Ze waren met z’n elven, want Judas was er niet meer bij. Samen met andere leerlingen en ook een paar vrouwen, waaronder Maria – de moeder van Jezus – wachtten ze op iets bijzonders.
Wat dan?
Nou, Jezus had het beloofd. Vlak voordat Hij terugging naar de hemel, had Hij gezegd:
“Jullie zullen kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest op jullie komt. Dan zullen jullie overal over Mij vertellen: in Jeruzalem, in heel Judea, en zelfs tot aan het uiterste van de wereld.”
De leerlingen geloofden Hem, maar ze wisten niet precies wat dat betekende. Wat was die Heilige Geest? Hoe zou die eruitzien? En wat zou er gebeuren?
En dus wachtten ze. Ze baden samen. Ze praatten over Jezus. En ze wachtten nog een beetje meer.
Tot op die ochtend, vijftig dagen na Pasen.
Plotseling…
BOEM!
Er klonk een geluid als van een storm, maar buiten was het windstil. Toch leek het alsof het hele huis werd gevuld met een machtige windvlaag. De leerlingen keken elkaar verschrikt aan. Wat gebeurde hier?
Toen zagen ze iets wonderlijks. Boven de hoofden van de mensen in de kamer verschenen vlammen. Geen gewone vlammen, maar vuur dat niemand verbrandde. De vlammen dansten boven hun hoofden, één voor één.
En ineens voelden ze iets in zich gebeuren. Het was alsof hun hart warm werd, gevuld met kracht, moed en blijdschap. Ze voelden zich niet meer bang of verdrietig, maar sterk en blij.
Ze waren vervuld met de Heilige Geest.
En toen gebeurde er nog iets bijzonders: ze begonnen te praten. Niet zomaar praten, maar in allerlei talen die ze nooit geleerd hadden! Arabisch, Grieks, Latijn, Egyptisch… ze wisten niet eens hoe, maar het gebeurde gewoon.
Buiten op het plein…
Buiten was het druk. Mensen liepen heen en weer, kooplieden riepen hun waar, kinderen speelden. Maar toen de wind kwam en het lawaai uit dat huis klonk, liepen veel mensen nieuwsgierig naar de straat waar het geluid vandaan kwam.
Wat ze daar zagen en hoorden, verbaasde hen. Mannen en vrouwen uit Galilea, vissers en eenvoudige mensen, stonden daar luid te spreken in hun eigen moedertaal!
Een man uit Rome zei: “Hé, ik hoor ze over God praten in het Latijn!”
Een vrouw uit Arabië riep: “En ik hoor het in het Arabisch!”
Iedereen hoorde deze Galileeërs in zijn of haar eigen taal spreken – en allemaal over hetzelfde: over de grote daden van God en over Jezus, de Zoon van God die gestorven was en was opgestaan.
Sommige mensen lachten. “Ze zijn gewoon dronken,” zeiden ze spottend.
Maar toen stapte Petrus naar voren. Petrus, die eerst nog bang was geweest, stond daar nu rechtop, zijn ogen glinsterden van moed.
Hij riep:
“Vrienden! We zijn niet dronken. Het is pas negen uur in de ochtend! Wat jullie hier zien, is precies wat God had beloofd. De profeet Joël zei het al lang geleden: ‘Ik zal mijn Geest uitstorten op alle mensen.’”
Hij vertelde over Jezus – hoe Hij wonderen had gedaan, hoe Hij gekruisigd was, en hoe God Hem weer levend had gemaakt. En toen zei hij:
“Jullie kunnen gered worden als jullie geloven in Jezus. Keer je om van je verkeerde keuzes en laat je dopen. Dan zul je ook de Heilige Geest ontvangen.”
Wat gebeurde er toen?
De mensen luisterden met open mond. Hun hart bonsde in hun borst. Sommigen kregen tranen in hun ogen. Ze riepen: “Wat moeten we doen, Petrus?”
En Petrus zei: “Geloof in Jezus!”
En die dag – geloof het of niet – lieten drieduizend mensen zich dopen. Ze werden vrienden van Jezus. Ze vormden samen de eerste kerk: een nieuwe familie van mensen die samen aten, samen baden, voor elkaar zorgden en het goede nieuws verder vertelden.
Waarom is Pinksteren zo bijzonder?
Pinksteren is niet alleen het feest van de Heilige Geest. Het is eigenlijk de verjaardag van de kerk! Want vanaf dat moment gingen mensen overal ter wereld vertellen over Jezus. De leerlingen waren niet meer bang – ze waren moedig, omdat de Heilige Geest hen hielp.
En weet je wat? Diezelfde Heilige Geest is er nog steeds. Niet als een onzichtbare wind of vlammetje, maar als kracht en liefde in de harten van mensen die in Jezus geloven. Hij helpt ons om goede keuzes te maken, om anderen lief te hebben, en om net als Petrus te durven vertellen over Gods grote liefde.
Dus als jij Pinksteren viert…
… dan vier je dat God heel dichtbij komt. Niet ergens ver weg in de hemel, maar midden in mensen zoals jij en ik. En dat is best een reden voor een feestje, toch?